Sloopopvolgingsplan

Jaarlijks komt in Vlaanderen alleen ongeveer 11 miljoen ton bouw- en sloopafval vrij. In het verleden werd weinig of geen aandacht besteed aan de intrinsieke waarde van de vrijkomende materialen (met uitzondering van metalen), noch aan de gezondheids- en milieurisico's die verbonden zijn aan sommige soorten sloopafval.

De sloopinventaris werd door de Vlaamse Overheid in 2009 ingevoerd om het selectief slopen van gebouwen en installaties aan te moedigen en de hoogwaardige verwerking van sloopafval te bevorderen. Recent werd de sloopinventaris vervangen door het sloopopvolgingsplan en trad ook het Tracimat sloopopvolgingssysteem in werking.

Sinds 4 juni 2018 is een sloopopvolgingsplan verplicht voor:

  • De afbraak en ontmanteling van gebouwen en installaties met een niet louter residentiële functie en met een volume van 1000m3 of meer.
  • De afbraak en ontmanteling van gebouwen en installaties met een residentiële functie en met een volume van 5000m³ of meer.
  • Sloopprojecten in het kader van infrastructuurwerken waarbij meer dan 250m³ sloopafval vrijkomt.

In tegenstelling tot de vroegere situatie waarbij aan de ‘deskundigen’ die een sloopinventaris opmaakten geen specifieke erkenningsvereisten werden opgelegd, kan het sloopopvolgingsplan alleen nog worden opgesteld door geregistreerde deskundigen. Deze deskundigen moeten beschikken over voldoende achtergrondkennis van onder meer bouwtechnieken en -materialen, asbesttoepassingen, sloopmethoden en afvalverwerking en inzicht in de toepasselijke milieuwetgeving. Bovendien worden de sloopopvolgingsplannen door de sloopbeheerorganisatie Tracimat aan een conformiteitsonderzoek onderworpen waardoor de kwaliteitseisen in hoge mate verstrengd zijn.

Vanuit haar kennis en ervaring was IBEVE één van de eerste studiebureaus die zich toelegden op sloopinventarissen. In 2012 stelde IBEVE in opdracht van de OVAM een handleiding en bijhorend achtergronddocument op voor de uitvoering van sloopinventarissen. De Tracimatprocedure voor de sloopopvolgingsplannen bouwt in grote mate verder op deze handleidingen.